Belasting op de inname van het openbaar domein door ambulante handel en voor circussen, ...

Artikel 1:
Ons besluit van 24 juni 2013 wordt opgeheven op 1 juni 2014.

Artikel 2:
Er wordt ten voordele van de Stad Maaseik vanaf 1 juni 2014 tot en met 31 december 2019 een standgeld op de markten, openbare plaatsen, wegen en gemeente-eigendommen geheven, ten laste van personen, natuurlijke of rechtspersonen die op deze plaatsen:

a. koopwaar te koop stellen;
b. circussen, attracties, tentoonstellingshallen, feesttenten e.d., inrichten.

Artikel 3:

a. Voor het te koop stellen van koopwaar wordt het bedrag van de belasting voor de periode 1 juni 2014 tot en met 31 december 2014 als volgt vastgesteld:

  • Voor inname van openbaar domein op de wekelijkse markt en op andere plaatsen in de gemeente, waarvoor een abonnement wordt verleend, dient een plaatsrecht van 1,40  euro per lopende meter winkelzijde en per dag betaald te worden.
  • Voor inname van het openbaar domein op de wekelijkse markt voor losse deelnemers dient een plaatsrecht van 4 euro per lopende meter winkelzijde en per dag betaald te worden. 
  • Voor de St-Jozefjaarmarkt dient een plaatsrecht van 3 euro per lopende meter winkelzijde betaald te worden. Voor de andere jaarmarkten en voor een eenmalige inname van openbaar domein buiten de wekelijkse markt dient een plaatsrecht van 4 euro per lopende meter winkelzijde en per dag betaald te worden. De abonnementshouders van de wekelijkse markt betalen slecht 1,20 euro per lopende meter winkelzijde voor hun plaats op de St-Jozefmarkt en op de Sinterklaasmarkt omdat dit bedrag boven op het abonnementsgeld komt dat ze betalen voor de wekelijkse markt, die dan samenvalt met de bovengenoemde jaarmarkten.
  • Een ambulante handelaar die deelneemt aan een of meerdere jaarmarkten dient bij de inschrijving een waarborg van 25 euro te storten aan de marktcommissie en het vereiste standgeld moet per jaarmarkt via overschrijving betaald worden aan de financieel beheerder.
    Bij ongewettigde afwezigheid of het aanbrengen van schade aan het openbaar domein, vervalt de waarborg en stort de marktcommissie dit bedrag door aan de stad. 
  • Voor abonnementsplaatsen die in de loop van het jaar worden toegekend, dient steeds een contract voor het resterende gedeelte van het jaar betaald te worden, zonder aanspraak te kunnen maken op een korting.
  • Aan commerciële bedrijven die tijdens de wekelijkse markt of tijdens een jaarmarkt flyers e.d. willen uitdelen aan de bezoekers van de markt, wordt door de marktleiding een standplaats toegewezen indien er nog ruimte beschikbaar is. Voor de inname van deze standplaats wordt een belasting aangerekend van 1,25 euro per lopende meter met een maximum van 5 euro.

b. Voor het inrichten van circussen, attracties, tentoonstellingshallen, feesttenten e.d. wordt de belasting als volgt vastgesteld:

  • 25 euro voor één dag
  • 37,50 euro voor twee dagen
  • 62 euro voor meer dan twee dagen en maximum één week.

Vooraf dient aan de stadsontvanger een borgsom van 124 euro betaald te worden als waarborg voor opruimingswerken en aangerichte schade. Voor circussen bedraagt deze waarborg 1.240 euro.

Artikel 4:
De bedragen van deze gemeentebelasting worden voor de volgende aanslagjaren 2015, 2016, 2017, 2018, 2019, op 1 januari van elk jaar, aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2013. Het bedrag na indexering zal worden afgerond naar de hogere tien cent. De indexering van de bedragen is niet van toepassing voor artikel 3, punt b.

Artikel 5:
De lengte van de winkels en kramen zal gemeten worden op de meest uitspringende gedeelten, hetzij aan de kop, hetzij aan de voet. In geval van geschil over de opmeting zal de politiecommissaris uitspraak doen.

Artikel 6: 
De invordering van het plaatsrecht of standgeld zal gedaan worden door de daartoe aangestelde beambten en op de manier die door het college van burgemeester en schepenen bepaald werd. Bij gebrek aan vrijwillige betaling zal het standgeld ingevorderd worden overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.

Artikel 7:
Nieuwe aanvragen voor standplaatsen dienen voorafgaandelijk en schriftelijk gericht te worden aan het stadsbestuur.

Artikel 8:
Het plaatsrecht of standgeld moet betaald worden op het eerste verzoek van de ontvangers, tegen aflevering van een ontvangstbewijs. Dit bewijs moet op het eerste verzoek van de toezichthouders getoond worden. In geval van geschil of onenigheid nopens de uitvoering van de contracten of het bedrag van de rechten, zullen de betrokkenen het verschuldigd bedrag aan de ontvangers ter bewaring geven. Het college van burgemeester en schepenen of zijn afgevaardigde zal uitspraak doen over de betwistingen.

Artikel 9:
Het college van burgemeester en schepenen kan vrijstelling verlenen aan verenigingen van Maaseik voor inrichtingen en manifestaties, waarvan de opbrengst ten goede komt aan een sociaal of cultureel doel van deze verenigingen.

Artikel 10:
Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

Contactinformatie