Belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken vanaf 2 mei 2016 tot 31 december 2019 en opheffen gemeenteraadsbesluit van 24 november 2014.

De Gemeenteraad van de Stad Maaseik, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig het gemeentedecreet;

Gelet op de financiële toestand van de stad;

Gelet op de geldende begrotingsonderrichtingen terzake;

Overwegende dat het afleveren van allerlei administratieve stukken voor de stad zware lasten meebrengt en dat het aangewezen is hiervoor een gematigde belasting in te vorderen;

Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;

Gelet op het KB  van 18 oktober 2006 betreffende het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 19 december 2008 om het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar veralgemeend in te voeren; 

Gelet op de beslissingen van het CBS van 9 maart 2009 en van 7 september 2009;

Gelet op het collegebesluit van 11 januari 2010;

Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie - en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de omzendbrief van 13 augustus 2013 van de federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer inzake de introductie van de voorlopige rijbewijzen model 3, model 18 maanden en model 36 maanden in bankkaartmodel;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2013 om aan de gemeenteraad voor te stellen om de administratieve kost op de afgifte van voorlopige rijbewijzen in bankkaartmodel vast te stellen op 25 euro (20 euro retributie en 5 euro gemeentetaks);

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2013 om aan de gemeenteraad voor te stellen om de administratieve kost op de afgifte van het internationaal rijbewijs vast te stellen op 20 euro;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2013 om de prijzen van de identiteitsdocumenten aan te passen;

Gelet op de omzendbrief van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken van 24 september 2014 over de herziening van de bedragen ten laste van de gemeenten voor het verkrijgen van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten afgeleverd aan vreemde onderdanen. De omzendbrief bevat een overzicht van de bedragen die van toepassing worden vanaf 1 januari 2015; 

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 3 november 2014 om aan de gemeenteraad voor te stellen om bepaalde tarieven naar aanleiding van bovengenoemde omzendbrief in het reglement inzake de belasting op de afgifte van administratieve stukken aan te passen;

Gelet op het feit dat het stadsbestuur voortaan aan de burger de mogelijkheid biedt om attesten via digitale weg aan te vragen;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 11 april 2016  om aan de gemeenteraad voor te stellen om de administratieve kost op de afgifte van attesten via digitale weg gratis aan de burger aan te bieden;

Besluit:

Artikel 1:

Er wordt vanaf 2 mei 2016 tot en met 31december 2019 een belasting geheven op het afleveren door het stadsbestuur van allerlei administratieve stukken. Dit besluit vervangt ons besluit van 24 november 2014.

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen aan wie het stuk wordt afgeleverd.

Artikel 2:

Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld :

1. voor de afgifte van de elektronische identiteitskaart en vreemdelingenkaart voor volwassenen (vanaf 12 jaar) of een verblijfsdocument met biometrische kenmerken voor vreemde onderdanen (vanaf 12 jaar): 21 EUR.
Voor elk duplicaat: 21 EUR.
Voor de spoedprocedure aanvraag: 
195,00 EUR voor de zeer dringende procedure (Group 4 haalt dezelfde dag de zeer dringende aanvraag op en levert deze de 1ste of 2de werkdag af na het oppikken van het basisdocument).
130,00 EUR voor de dringende procedure (Group 4 haalt de volgende dag de dringende aanvraag op en levert deze de 1ste of 2de werkdag af na het oppikken van het basisdocument) .

2. Voorlopig rijbewijs: 25 EUR
Europees rijbewijs: 30 EUR
Internationaal rijbewijs: 20 EUR

3a. voor de identiteitsdocumenten voor kinderen van minder dan twaalf jaar van vreemde  nationaliteit:
1,25 EUR per identiteitsbewijs (met foto) vergezeld van een plastieken zakje;
1,25 EUR voor elk duplicaat van het identiteitsstuk.

3b. voor de elektronische Kids-ID voor kinderen van Belgische nationaliteit (CBS 09.03.09 en 07.09.09):
7,00 EUR voor de gewone procedure
195,00 EUR voor de zeer dringende procedure (zie 1)
125,00 EUR voor  de dringende procedure (zie 1)
Voor het afleveren van electronische Kids-ID's aan Belgische kinderen van hetzelfde gezin die op hetzelfde adres zijn ingeschreven en gelijktijdig worden aangevraagd en dit vanaf het tweede kind:
71,00 EUR voor de zeer dringende procedure (zie 1)
65,00 EUR voor de dringende procedure(zie 1)

4. voor een huwelijksboekje:
15,00 EUR.  Dit bedrag omvat de belasting op het in het trouwboekje voorkomend huwelijksgetuigschrift. 

5. voor de paspoorten voor personen vanaf 18 jaar:
5,00 EUR per jaar geldigheidsduur, hetzij bij de eerste aflevering, hetzij bij de verlenging.

6. voor de aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning:  40 EUR te verhogen met  20 EUR per wooneenheid  indien de aanvraag betrekking heeft op méér dan 1 wooneenheid, zowel bij toekenning als bij weigering van de vergunning.
Voor meldingsplichtige handelingen: 40 EUR per melding.

7. voor de verkavelingsaanvragen: 40 EUR te verhogen met 100 EUR  per bouwkavel, zowel bij toekenning als bij  weigering van de vergunning.

Voor een aanvraag verkavelingswijziging: 60 EUR te verhogen met 100 EUR voor iedere bijkomende bouwkavel.

8. voor stedenbouwkundige inlichtingen met betrekking tot een eigendomsoverdracht: 35 EUR per kadastraal perceel.

9.   voor een stedenbouwkundig uittreksel: 70 EUR per kadastraal perceel.

10.  voor een uittreksel uit het plannenregister: 35 EUR per kadastraal perceel.

11. voor een uittreksel uit het vergunningenregister: 35 EUR per kadastraal perceel.
Voor de punten 8, 9, 10 en 11 mogen er voor eenzelfde aanvrager maximum 10 percelen worden aangerekend op voorwaarde dat die percelen gelegen zijn binnen dezelfde kadastrale sectie en deel uitmaken van één akte of één overeenkomst.

12. voor  een stedenbouwkundig attest: 60 EUR 

13. voor een registratiebeslissing inzake het opnemen in het vergunningenregister van  een vergund geachte constructie: 40 EUR.

14. voor een natuurvergunning: 20 EUR per vergunning

15. voor een natuurmelding: 20 EUR per melding

16. voor een kienvergunning: 30 EUR per vergunning

17. voor het maken van een fotokopie: 0,20 EUR per kopie.

18.  voor een attest van woonst, attest van verblijf voor een huwelijk, attest van woonst met adressenhistoriek, attest van woonplaatshistoriek, attest van nationaliteit, attest van verblijf en nationaliteit, attest van wettelijke samenwoning, attest samenstelling gezin, attest samenstelling gezin met woonplaatshistoriek, attest van leven, uittreksel bevolkingsregister, afschrift geboorteakte, afschrift huwelijksakte, afschrift overlijdensakte, uittreksel strafregister die via digitaal systeem van ambtswege of op verzoek worden afgeleverd, worden geen kosten aangerekend; 

19.  voor een attest van woonst, attest van verblijf voor een huwelijk, attest van woonst met adressenhistoriek, attest van woonplaatshistoriek, attest van nationaliteit, attest van verblijf en nationaliteit, attest van wettelijke samenwoning, attest samenstelling gezin, attest samenstelling gezin met woonplaatshistoriek, attest van leven, uittreksel bevolkingsregister, afschrift geboorteakte, afschrift huwelijksakte, afschrift overlijdensakte, uittreksel strafregister en voor alle andere documenten, getuigschriften, uittreksels, afschriften, wettigingen, voor  eenvormig verklaarde afschriften, vergunningen, enz., waarvoor geen speciaal tarief werd bepaald en die van ambtswege of op verzoek worden afgeleverd:
2,50 EUR voor een enig exemplaar of voor het eerste exemplaar;
1,50 EUR voor het tweede exemplaar of ieder ander exemplaar dat samen met het eerste   wordt afgeleverd.

Artikel 3:

De belasting wordt contant ingevorderd naargelang het geval:

a) bij de aflevering van het document

b) bij de aanvraag.

Het bewijs van betaling wordt vastgesteld door het aanbrengen van een plakzegel waarop het geïnd bedrag vermeld staat of door het afgeven van een kwitantie.

De personen die onderworpen zijn aan de belasting, zijn eveneens verplicht er het bedrag van in bewaring te geven op het ogenblik van de aanvraag, indien het document niet onmiddellijk kan afgeleverd worden.

Er wordt kosteloos een ontvangstbewijs van de in bewaring gegeven sommen afgeleverd.

Artikel 4:

Wanneer de gevraagde stukken aangetekend met de post moeten verstuurd worden, worden de verzendingskosten aan de belasting toegevoegd.

Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald.

Artikel 5:

Worden van de belasting vrijgesteld:

a. de stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het stadsbestuur van Maaseik kosteloos moeten afgeleverd worden;

b. de stukken die afgeleverd worden aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd;

c. de machtigingen betreffende de godsdienstige of politieke manifestaties;

d. de machtigingen betreffende activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie te voordele van de stad;

e. de stukken die afgeleverd worden aan de gerechtelijke of administratieve overheden, alsook aan instellingen van openbaar nut;

f.  de mededeling van inlichtingen door de politie aan verzekeringsmaatschappijen omtrent het gevolg dat gegeven werd ter zake van verkeersongevallen op de openbare weg;

g. getuigschriften van een goed zedelijk gedrag, afgegeven door de gemeentebesturen om gevoegd te worden bij een aanvraag van een door de regering ingestelde eervolle onderscheiding;

h. geldigverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op de biljetten van de NMBS, de NMVB en de openbare autobusdiensten;

i.  afgifte van nationaliteitsbewijzen aan de kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen;

j.  de al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen, leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs en werkzoekende jongeren van wie het enig inkomen het bestaansminimum is, die bescheiden nodig hebben wanneer zij voor een betrekking solliciteren, met dien verstande dat belanghebbende personen zelf het bewijs leveren dat ze voor de vrijstelling in aanmerking komen en de bescheiden waarvoor ze belastingvrijstelling vragen bij het solliciteren nodig zijn;

k. de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar, de planologische ambtenaar en de provinciale stedenbouwkundige ambtenaar voor het krijgen van een uittreksel uit het plannenregister of het vergunningenregister (decreet van 26 april 2000, artikel 54).

Artikel 6:

De belasting is niet van toepassing op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de stad onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen krachtens artikel 13 van de wet van 04 juli 1956 en de Koninklijke Besluiten van 20 december 1972 en van 12 november 1976.

Artikel 7:

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.

Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

Artikel 8:

De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.

Het kohier wordt overgemaakt aan de financieel beheerder die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingschuldige.

Het aanslagbiljet bevat naast  de gegevens vermeld in het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift .

Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van het reglement krachtens welke de belasting is verschuldigd.

De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen deze termijn, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelasting op inkomsten.

Artikel 9:

De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf  de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de inning van de belasting indien dit op een andere wijze dan per kohier gebeurde.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst.

Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten of middelen.

Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bericht schriftelijk ontvangst binnen vijftien dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift.

Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift  heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.

De belastingplichtigen kunnen de verbetering aanvragen van materiële missingen, zoals dubbele aanslag, rekenfouten, enz. zolang de gemeenterekening van het aanslagjaar waarop de belasting betrekking heeft, niet goedgekeurd werd.

Artikel 10:

Deze verordening wordt aan de Hogere Overheid overgemaakt.

 

Contactinformatie