Politieverordening voor de begraafplaatsen

27/06/2016

De Gemeenteraad van de Stad Maaseik, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig het gemeentedecreet;

Gelet op het besluit d.d. 3 november 2014 houdende goedkeuring van de aanstelling van Kybys ingenieurs en adviseurs, Bosscheweg 107-08 te 5280 AJ Boxtel, voor de opdracht "Begraafplaatsen bepalen beleidsvisie studieopdracht";

Gelet op het rapport opgesteld door Kybys ingenieurs met referentie B1518CA1/20150616 waarin een aantal beleidsvoorstellen worden geformuleerd, met als belangrijkste: de termijn van begraving om niet geconcedeerde graven te beperken tot 10 jaar en consequent de ontruimingen uit te voeren, begraafplaatsen oud Maaseik en Heppeneert te sluiten, en de termijnen van concessies te verkorten, om zo op lange termijn het capaciteitsprobleem te verhelpen. Verder worden nog een aantal aanbevelingen gedaan in het kader van de administratie en de organisatie, het financieel beheer, juridische toets m.b.t. het inkorten en leesbaarder maken van het reglement op de begraafplaatsen;

Overwegende dat een nieuwe Politieverordening werd opgesteld door de Dienst Werken welke als volgt luidt:

politieverordeningen op de begraafplaatsen

Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, § 2;

Gelet op de artikelen 15bis, §2, tweede lid, 23bis en 32 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij het decreet van 10 november 2005, het decreet van 18 april 2008, de decreten van 9 december 2011, het decreet van 22 februari 2013 en het decreet van 28 maart 2014, de uitvoeringsbesluiten van 15 mei 2004, 21 oktober 2005 en 24 februari 2006;

Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid op artikel 42;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, gewijzigd bij het besluit van 2 december 2005;

Overwegende dat de gemeenteraad alles regelt wat betrekking heeft op de afmetingen van de graftekens en de aard van de te gebruiken materialen;

BESLUIT:

Artikel 1:

Voor de privé-begraafplaats gelegen Heppeneert te Maaseik gelden de artikelen 2 tot en met 6, 18 tot en met 24 van deze verordening.

I. Pleegvormen die aan de begravingen of crematies voorafgaan

Artikel 2:

Elk overlijden op grondgebied van de stad, alsook elke ontdekking van een overledene, dient zonder verwijl te worden aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand volgens de bepalingen van artikelen 77 tot en met 87 van het burgerlijk wetboek.

Artikel 3:

Diegene die voor de begrafenis instaat, regelt met de stad alle formaliteiten. Bij gebrek daaraan wordt door de stad van ambtswege het nodige gedaan en dit op kosten van de nalatenschap.

Artikel 4:

Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden.

II. Lijkenvervoer

Artikel 5:

Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in:

Het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;Het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a. en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;Het regentbesluit van 20 juni 1947, als een lijk vervoerd moet worden naar een land dat niet bedoeld wordt in a. of b.

Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

III. Begravingen

Artikel 6:

Bij het bezorgen van de stoffelijke overschotten op de gemeentelijke begraafplaats moeten de gemeentelijke diensten ten minste 2 werkdagen vooraf gewaarschuwd zijn door middel van het daartoe bestemde formulier dat vermeldt of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing. Die verplichting rust bij de nabestaanden of de gemachtigde.

De teraardebestelling kan:

van maandag tot vrijdag van 9u tot 16uop zaterdagen van 9u tot 14u

Het is aan de nabestaanden toegestaan aanwezig te zijn bij de teraardebestelling of bijzetting in een nis. De nabestaanden dienen strikt de aanwijzingen van de door het college aangeduide personen te volgen. Dit om de teraardebestelling of bijzetting op een veilige en serene wijze te laten verlopen.

Op volgende dagen zullen geen begravingen plaatsvinden:

zondagen1 januari, nieuwjaarsdagPaasmaandag1 mei, feest van de arbeidO.H. HemelvaartPinkstermaandag11 juli, feest van de Vlaamse Gemeenschap21 juli, Nationale feestdag15 augustu, O.L.V. Hemelvaart1 november, Allerheiligen2 november, Allerzielen11 november, Wapenstilstand25 december, Kerstdag26 december, tweede Kerstdag

IV. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden – onderhoud van de graven

Artikel 7:

Het is niet toegestaan grafstenen of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaats kunnen verstoren.

De graftekens en andere gedenktekens moeten voldoen aan de afmetingen vermeld op de plannen in bijlage 1 van het Huishoudelijk reglement.

Artikel 8:

De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

Artikel 9:

Voor het plaatsen van graftekens is de toegang tot de begraafplaatsen met een voertuig enkel toegelaten op werkdagen tussen 8u00 en 15u00 en voorafgaandelijke afspraak ten laatste één werkdag voor plaatsing met de plantsoendienst.

Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor het grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten.

De materialen worden aangevoerd en geplaatst naar gelang van de behoeften.

Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder.

Artikel 10:

Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn.

Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbaar glas.

Artikel 11:

De bloemen en de planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Als ze afgestorven zijn, moeten ze verwijderd worden. Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en het verwijderen van de potten geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur.

Alleszins worden alle bloemen en planten verwijderd op alle kerkhoven vanaf 6 december.

Artikel 12:

Rond de graven mogen geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden. Banken en andere zitaccommodaties zijn niet toegestaan.

Artikel 13:

De scheefstaande en omgevallen graftekens moeten door toedoen van de nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.er mogen geen grafstenen meer geplaatst worden 2 werkdagen voor AllerheiligenDe aangevoerde grafsteen of –tekens die drie werkdagen vóór Allerheiligen bij de sluiting van de begraafplaats niet geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken nabestaanden de dag erna vóór 10 u. ’s morgens verwijderd worden. Zo niet zullen grafstenen, -tekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente.

Artikel 14:

De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. Wanneer een graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing opgesteld door de Burgemeester of zijn gemachtigde.

De acte blijft één jaar lang bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van de termijn en bij niet herstelling, wordt op bevel van de Burgemeester van ambswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op koste van de in gebreken blijvende familie. Daarenboven kan de gemeenteraad een einde stellen aan het recht op concessie.

V. Crematie – columbarium – asverstrooiing

Artikel 15:

De in asurnen geplaatste as van gecremeerde stoffelijke overschotten kan op de begraafplaats:

begraven worden in het daarvoor voorziene perceel. De diameter van de urne is beperkt tot 24 cm.

geplaatst worden in een nis van het columbarium van de begraafplaatsen

De maximumafmetingen van de urn zijn beperkt door de afmetingen van de columbaria zoals opgenomen in bijlage 2 van het huishoudelijk reglement.

Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt die door de aangestelde van de gemeente afgesloten.

De afdekplaat waarop de gegevens van de overledene kunnen vermeld worden, kunnen bij de stad worden afgehaald. De kosten zijn vermeld in het retributiereglement.

uitgestrooid worden op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats. Dat gebeurt door middel van een strooitoestel dat alleen door de gemeentelijke aangestelde mag worden bediend.

De as kan eveneens worden uitgestrooid op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee en begraven, bewaard of uitgestrooid worden op een andere plaats dan op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee of de begraafplaats in overeenstemming met de geldende bepalingen van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

VI. Politie

Artikel 16:

De gemeentelijke begraafplaats is toegankelijk van zonsop- tot zonsondergang

behoudens afwijkingen die door de burgemeester vastgesteld zijn.

Artikel 17:

De gemeente is niet belast met de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen.

Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de nabestaanden zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens, beplantingen, …

Artikel 18:

Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt.

Het is in het bijzonder verboden:

aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening;goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden.

Artikel 19:

Het is verboden:

de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden op welke wijze dan ook te beschadigen;de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te beschadigen;binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen;om zich op de begraafplaats of de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden;met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waarvan toestemming wordt verleend door de burgemeester;vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering voor visueel gehandicapten of andere mindervaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden;opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren.

VII. Strafbepalingen

Artikel 20:

Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek niet van toepassing zijn, worden inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

VIII. Slotbepalingen

Artikel 21:

Deze verordening treedt in werking op 15 juli 2016.

Artikel 22:

De politieverordening op de begraafplaatsen van 21 december 2012 wordt opgeheven.

Artikel 23:

Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet.

Artikel 24:

Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de Deputatie van de provincie Limburg en de Griffies van de Rechtbank van Eerste Aanleg en aan deze van de Politierechtbank.

Besluit:

Artikel 1:

Het nieuwe Politieverordening op de begraafplaatsen zoals opgesteld door Dienst Werken goed te keuren.

Artikel 2:

Deze verordening treedt in werking op 15 juli 2016.

Artikel 3:

De beknopte omschrijving van dit besluit op te nemen in de overzichtslijst welke gemaakt wordt door het Secretariaat en overgemaakt wordt aan de Gouverneur van de Provincie Limburg.