Reglement toelage voor het volgen van een kadervormingscursus

Gemeenteraad 28/03/2011

Artikel 1
Alle jongeren tot 25 jaar, woonachtig in Maaseik, die een kadervormingscursus gevolgd hebben bij een door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap erkende organisatie, komen in aanmerking voor een vergoeding voor het volgen van een kadervormingscursus.

Artikel 2
Bij de tussenkomst in het volgen van kadervorming wordt een onderscheid gemaakt tussen jongeren die, op het moment van de aanvraag, actief zijn in een jeugdwerkinitiatief van Maaseik en jongeren die, op het moment van de aanvraag, geen deel uitmaken van een Maaseiker jeugdwerkinitiatief.

Artikel 3
Om in aanmerking te komen voor een toelage voor het volgen van kadervorming dient de aanvrager binnen de 3 maanden na het volgen van de kadervorming een betoelagingsaanvraag te richten naar het stadsbestuur Maaseik, p/a jeugddienst, Sportlaan 36, 3680 Maaseik. Deze aanvraag dient te bevatten:

Voor jongeren lid van een Maaseiker jeugdwerkinitiatief:

  • Identificatiegegevens van de aanvrager
  • Identificatiegegevens van de organisatie waar de cursus gevolgd werd
  • Doelstellingen en doelpubliek van de cursus
  • Een vermelding van de uitgaven (inschrijvingsgeld, vervoerkosten,…). De rekening van de kosten die opgelegd werden door de organiserende instelling dienen door een vertegenwoordiger van deze instelling gedateerd en ondertekend te zijn. Vervoerkosten worden enkel vergoed bij voorlegging van een gedateerde trein, tram en/of buskaart.
  • Een kopie van het attest dat door de organiserende instantie wordt uitgereikt voor het volgen van de cursus.
  • Een verklaring van de hoofdverantwoordelijke waarin staat dat de aanvrager actief is in een Maaseiker jeugdwerkinitiatief.
  • Het rekeningnummer waarop de toelage gestort dient te worden met vermelding van rekeninghouder.

Voor jongeren niet- lid van een Maaseiker jeugdwerkinitiatief:

  • Identificatiegegevens van de aanvrager
  • Identificatiegegevens van de organisatie waar de cursus gevolgd werd
  • Doelstellingen en doelpubliek van de cursus
  • Een vermelding van de uitgaven (inschrijvingsgeld, vervoerkosten,…). De rekening van de kosten die opgelegd werden door de organiserende instelling dienen door een vertegenwoordiger van deze instelling gedateerd en ondertekend te zijn. Vervoerkosten worden enkel vergoed bij voorlegging van een gedateerde trein, tram en/of buskaart.
  • Een kopie van het attest dat door de organiserende instantie wordt uitgereikt voor het volgen van de cursus.
  • Het rekeningnummer waarop de toelage gestort dient te worden met vermelding van rekeninghouder.

Artikel 4
Een personeelslid van de Stad kan ten alle tijden bij de organiserende instelling navragen of de betrokken jongere daadwerkelijk op de cursus aanwezig is geweest. Indien er grote tekortkomingen vastgesteld worden kan de vergoeding geweigerd worden of kan de vergoeding desgewenst teruggevorderd worden door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 5
Jongeren die, op het moment van de aanvraag, actief zijn in een jeugdwerkinitiatief van Maaseik, krijgen de volledige cursus in één keer vergoed. De vergoeding van jongeren die, op het moment van de aanvraag, niet actief zijn in een jeugdwerkinitiatief van Maaseik, gebeurt in twee fasen. Waarvan de eerste helft van de gevolgde cursus zo spoedig mogelijk na het volgen van de cursus en de andere helft wanneer de jongere kan aantonen dat hij of zij minstens één werkingsjaar als leidinggevende actief is geweest in een Maaseiker jeugdwerkinitiatief.

Artikel 6
Er wordt maximaal 200,00 euro per gevolgde cursus terugbetaald.

Artikel 7
Het College van Burgemeester en Schepenen keurt, na advies van de Jeugdraad Maaseik, iedere aanvraag al of niet goed. De Jeugdraad Maaseik zal ieder advies duidelijk motiveren.

Artikel 8
Als op 1 november van het lopende jaar blijkt dat er op de begrotingspost voor betoelaging van het jeugdwerk nog fondsen niet zijn aangerekend, zullen deze in de eerste plaats aangewend worden om de tekorten te compenseren die zich kunnen voordoen bij de aanrekening van de toelagen. Als er dan nog niet aangerekende fondsen zijn, worden deze als toelage overgemaakt aan de jeugdhuizen met een actieve programmatie, die zich op dat moment in de gemeente bevinden en waarbij er voor elke deelgemeente een som gereserveerd wordt in verhouding tot het aantal inwoners van 14 tot 25 jaar. Deze jeugdhuizen kunnen dit geld enkel aanwenden ter uitvoering van jeugdwerkactiviteiten. Als er in een deelgemeente meerdere jeugdhuizen met een actieve programmatie zijn, wordt het gereserveerde deel voor die deelgemeente gelijk verdeeld over de betrokken jeugdhuizen.