De Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO)

De Inkomensgarantie voor ouderen is een uitkering van de Federale Pensioendienst (FPD) die toegekend wordt aan 65-plussers die niet over voldoende financiële middelen beschikken. Sinds 2001 vervangt ze het vroegere 'Gewaarborgd inkomen voor bejaarden'. 

Vanaf 1 januari 2014 gelden er nieuwe regels voor de IGO.

Wie een IGO geniet die toegekend is volgens de oude regels blijft het recht behouden volgens de oude regels. De huidige betalingsvoorwaarden zijn echter wel van toepassing en de FPD kan het recht herzien op basis van de nieuwe regels omwille van een feit dat zich voordoet na 31 december 2013. 

Voornaamste wijzigingen vanaf 2014: 

• Bij het delen van de inkomsten wordt nog enkel rekening gehouden met eigen kinderen, die effectief op hetzelfde adres ingeschreven zijn.
• Wettelijke samenwoonst wordt gelijkgeschakeld met het huwelijk.
• Het IGO-bedrag zal minder schommelen omdat het niet meer afhankelijk is van bestaansmiddelen van samenwonenden, waardoor het middelenonderzoek ook vlotter zal verlopen.
• Wie een IGO geniet houdt meer over als hij nog verder werkt.
• Strengere controle op de verblijfsvoorwaarden.
• Wie langer dan 6 maanden onafgebroken in het buitenland verblijft verliest het recht op zijn IGO maar kan het opnieuw aanvragen als hij terug in België verblijft.
• Bij een overlijden kunnen via de nalatenschap eerdere aangiftes van bestaansmiddelen worden nagekeken.
  Om na te gaan of iemand recht heeft op de IGO, worden eerst alle bestaansmiddelen van de betrokkene en van de eventuele huwelijkspartner of wettelijk samenwonende in kaart gebracht. Hij moet ook voldoen aan de voorwaarden op gebied van leeftijd, nationaliteit en woonplaats. 
  
  Wanneer iemand op 65 jaar (of ouder) zijn pensioen aanvraagt of wanneer een bruggepensioneerde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, onderzoekt de FPD automatisch of hij recht heeft op een IGO op voorwaarde dat 90% van de uitbetaalde pensioenen lager is dan het basisbedrag of verhoogd basisbedrag van de IGO. 65-plussers die denken recht te hebben op een IGO, kunnen altijd zelf ook een aanvraag indienen bij de FPD.

De betrokkene kan de aanvraag voor IGO op drie manieren indienen:
- bij het gemeentebestuur waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft. In Maaseik is dit bij de sociale dienst van het         OCMW na telefonische afspraak op het nummer 089/569910.
- Tijdens de zitdagen van de Pensioendienst, http://www.onprvp.fgov.be/NL/about/paginas/contact_postcodes.aspx
- online via de website www.pensioenaanvraag.be. Hiervoor heeft u een kaartlezer, uw identiteitskaart en uw pincode nodig.

De rechthebbende is verplicht een verhoging van de eigen bestaansmiddelen aan te geven, aangezien dit het bedrag van de IGO of de toekenning ervan kan beïnvloeden. Het meest voorkomende voorbeeld is de verkoop of de schenking van een roerend of onroerend goed. 

Betrokkene kan een nieuwe aanvraag indienen wanneer zich volgens hem wijzigingen hebben voorgedaan die de toekenning of de verhoging van de inkomensgarantie kunnen rechtvaardigen. 

Of de aanvrager al dan niet dezelfde hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen bepaalt het bedrag van de IGO: 
Het basisbedrag wordt toegekend als de aanvrager dezelfde hoofdverblijfplaats deelt met een of meerdere personen. 
Het verhoogde basisbedrag wordt toegekend als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet met anderen deelt, m.a.w. als de aanvrager alleenstaande is. Het verhoogde basisbedrag kan ook worden toegekend aan personen die enkel samenwonen met personen in de rechte opgaande en neergaande lijn en aan personen die werden opgenomen in een RVT of MPI instelling. 

Voordelen  voor de gerechtigden op een IGO, het Gewaarborgd inkomen voor bejaarden, een wachtuitkering, een tegemoetkoming voor personen met een beperking, een leefloon toegekend door het OCMW:
- het sociaal elektriciteits- of gastarief. 
De Pensioendienst, het OCMW of  de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid kennen uw energieleverancier automatisch in kennis van de beslissing via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid.              - Vrijstelling van de heffing op de waterverontreiniging: idem
- het sociaal telefoontarief.
Personen die 65 jaar of ouder zijn of meerderjarige personen met een handicap van ten minste 66%, op voorwaarde dat hun BRUTO inkomen niet meer bedraagt dan 17 649,88 EUR verhoogd met 3 267,47 EUR per samenwonende persoon (bedragen op 1 juni 2016). 
Personen met een gehoorverlies (70 dB voor het beste oor) of die een laryngectomie hebben ondergaan en militairen die blind zijn geworden tijdens de oorlog kunnen het sociaal tarief ontvangen zonder inkomensvoorwaarden. 

Aangezien er nog steeds personen ‘het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden’ ontvangen is het raadzaam om te laten onderzoeken of de ‘Inkomensgarantie voor Ouderen’ voor u voordeliger is.  In bepaalde situaties wordt het IGO immers niet ambtshalve onderzocht bij wijziging van uw situatie, zo bijvoorbeeld bij samenwoonst van broer(s) en zus(sen).

Gelieve vooraf een afspraak te maken bij de Sociale dienst van het OCMW Maaseik:                              - Telefonisch: 089/569910                                                                                                                  -  Via e-mail: sociale.dienst@maaseik.be

Volgende bewijsstukken mee te brengen (enkel wat voor uw situatie van toepassing is):

- uw identiteitskaart met uw rijksregisternummer; uw telefoonnummer of gsm nummer of e-mailadres.

- alle inkomstenbewijzen : Belgische en/of buitenlandse wettelijke pensioenbedragen:
* Indien u een buitenlands pensioen ontvangt: de laatste jaaropgaaf van het totaal ontvangen bedrag
* een Belgisch pensioen: de laatste pensioenfiche van de FPD met vermelding van uw afzonderlijke pensioenbedragen.  Dit ontvangt u na iedere indexatie van uw pensioen.

- bewijsstukken inzake onderhoudsgeld

- eventuele kapitalen ( spaargelden, aandelen, obligaties, staatsleningen, enz.): met bewijsstukken van de bank(en)

- het aanslagbiljet onroerende voorheffing met vermelding van de (bebouwde en/ of onbebouwde) onroerende goederen.

- de notariële akte indien er sprake is van afstanden van onroerende goederen (verkoop, verkoop op lijfrente of schenking van een onroerend goed) tijdens de laatste 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor IGO.

- het bedrag van eventueel ontvangen erfenissen met eventuele besteding ervan.

- het adres bij verblijf in een woonzorgcentrum of een andere instelling.