Belastingreglement voor het parkeren via parkeerautomaten, parkeerkaarten en blauwe schijf

Artikel 1:
Voor de periode vanaf 01 januari 2015 tot en met 31 december 2019 is er een belasting verschuldigd door alle personen die parkeren in de zone zoals afgebakend in het aanvullend reglement van 25 februari 2008. Op plaatsen met parkeerautomaten geschiedt het parkeren op de wijze en onder de voorwaarden die op deze toestellen zijn vermeld zoals bepaald door artikel 27.3.1.1° van de wegcode. Dit besluit vervangt ons besluit van 24 juni 2013.
De belasting is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is met uitzondering van de houders van geldige parkeerkaarten en de gehandicaptenkaart.  

Artikel 2:
De belasting op het parkeren via parkeerautomaten wordt als volgt vastgesteld: De belasting is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is en is betaalbaar hetzij door het insteken van munten of bepaalde magneetkaarten in de parkeerautomaat. Bij een defect aan een parkeerautomaat dient men zich te begeven naar de dichtstbijzijnde parkeerautomaat of het leggen van de parkeerschijf art. 27.3.1.2° van de wegcode om zich in regel te stellen. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de gebrekkige werking van de parkeerautomaat. De tarieven gelden van maandag tot en met zaterdag van 9u00 tot 18u00 uitgezonderd op wettelijke feestdagen. Het betalend parkeren is geregeld volgens de modaliteiten vermeld op de parkeerautomaten waarbij de eerste 15 minuten gratis zijn voor iedere parkeerder mits het nemen van een ticket.   De markt: De gebruiker van de parkeerplaatsen op de markt betaalt een tarief van 2,40 euro voor een maximum parkeertijd van één uur. Straten in het centrumgebied binnen de wallen: De gebruiker van deze parkeerplaatsen betalen een tarief van 1,00 euro per uur met een maximum parkeerduur van 2 uur. Straten gelegen aan de rand van het centrumgebied buiten de wallen: De gebruiker van deze parkeerplaatsen betalen een tarief van 0,60 euro per uur met een maximum parkeerduur van 4 uur.  

Artikel 3:
De belasting op het parkeren via parkeerkaarten wordt als volgt vastgesteld:

A. Parkeerkaart voor bewoners: Het tarief voor de eerste parkeerkaart voor bewoners bedraagt 60 euro per jaar. Voor bewoners die op hetzelfde adres staan ingeschreven in de bevolkingsregisters bedraagt het tarief voor een parkeerkaart voor bewoners :

  • voor de eerste parkeerkaart : 60 euro per jaar
  • voor de tweede parkeerkaart: 80 euro per jaar.

Twee nummerplaten op één parkeerkaart voor bewoners is niet meer van toepassing. Ongeacht in welke maand van het kalenderjaar de bewoner zijn parkeerkaart aanvraagt, voor het eerste kenteken is het tarief 60 euro en voor het tweede kenteken 80 euro. De aanvrager dient zijn aanvraag te staven door het voorleggen van het inschrijvingsbewijs van het voertuig en de identiteitskaart. De parkeerkaart voor bewoners is geldig voor een volledig kalenderjaar. De parkeerkaart wordt niet meer afgeleverd. De parkeerwachter controleert via het elektronisch toezichtsysteem het gebruik van de parkeerkaart.  

B. Parkeerkaart voor handelaren: Het tarief wordt als volgt vastgesteld: een parkeerkaart voor handelaren wordt uitgereikt aan 250 euro per jaar of aan 125 euro per half jaar, te starten op de dag van de betaling. De handelaar, de zaakvoer(d)(st)er van een handelsvennootschap of de zaakvoer(d)(st)er van een vereniging met rechtspersoonlijkheid dient zijn aanvraag te staven door het voorleggen van het inschrijvingsbewijs van het voertuig, de identiteitskaart, een uittreksel uit het handelsregister en een kopie uit het staatsblad. De parkeerkaart voor handelaren is slechts geldig voor één jaar. De parkeerkaart wordt niet meer afgeleverd. De parkeerwachter controleert via het elektronisch toezichtsysteem het gebruik van de parkeerkaart.  

C. Parkeerkaart voor medische beroepen en thuisverzorging: Het tarief voor deze parkeerkaart bedraagt 10 euro en is één kalenderjaar geldig. De parkeertijd bedraagt maximum 1 uur. De houder van de parkeerkaart moet de parkeerschijf leggen. De parkeerkaart wordt niet meer afgeleverd. De parkeerwachter controleert via het elektronisch toezichtsysteem het gebruik van de parkeerkaart.  

D. Parkeerkaart voor uitvoerders van werken : De parkeerfaciliteitenkaart kost 2,5 euro per dag of 25 euro per maand. De parkeerfaciliteitenkaart dient zichtbaar aan de voorruit op het dashboard te liggen. Indien de parkeerkaart voor de parkeerwachters niet zichtbaar geplaatst is, zal dit leiden tot een parkeerbelasting van 15 euro. Het doet daarbij niet ter zake of beweert of zelfs bewezen wordt dat dit niet zichtbaar plaatsen van de parkeerkaart gebeurde door een vergissing, een vergetelheid of zelfs dat deze parkeerkaart door het toeslaan van deuren of op ander wijzen per toeval van het dashboard van het voertuig viel, zodat de parkeerkaart aan het zicht van de parkeerwachter ontrokken is, alhoewel deze wel geplaatst zou zijn.

Artikel 4:
Bij afwezigheid van een zichtbaar parkeerticket en bij het overschrijden van de parkeertijd alsook bij afwezigheid van een kaart mindervalide of parkeerschijf, ontvangt de bestuurder van het voertuig een parkeerbelasting van 15 euro onder de ruitenwisser van het voertuig.   In geval van niet-betaling van de belasting binnen de vijf dagen wordt een aanmaning verstuurd. Indien de belastingplichtige niet ingaat op deze aanmaning wordt het dossier ingekohierd. De inkohiering en de vestiging van de aanslag gebeuren op naam van de fysieke of rechtspersoon op wiens naam de nummerplaat afgeleverd is. Is de nummerplaat, zoals in sommige landen gebruikelijk, niet op naam van een persoon, maar wel op een voertuig ingeschreven, dan is de fysieke of rechtspersoon, die de inschrijving van dat voertuig bij de betreffende dienst gevraagd heeft, de belastingplichtige tenzij deze bewijst dat het voertuig op het ogenblik van het parkeren niet meer zijn eigendom is, en mits hij aantoont wie zijn rechtsopvolgers, ten aanzien van het voertuig op het ogenblik van het parkeren, en welke diens correct woonadres is. Indien geen gevolg gegeven wordt op het aanslagbiljet ontvangt de belastingplichtige een aangetekende zending. De verzendingskosten vallen ten laste van de belastingplichtige. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven door de belastingplichtige wordt het dossier overgemaakt aan de deurwaarder of aan een incasso-bureau voor de buitenlanders.   Uiteraard staat de belastingplichtige vrij de belasting te doen betalen door diegene aan wie hij het voertuig toevertrouwde zo de belastingplichtige op het ogenblik van het parkeren niet de bestuurder van het voertuig was. Deze betaling bevrijdt de belastingplichtige, voor zover de betaling duidelijk de naam, het adres van de belastingplichtige en het aanslagnummer aangeeft.   De belastingschuldige (of zijn vertegenwoordiger) kan tegen zijn aanslag bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen binnen drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de inning van de belasting indien dit op een andere wijze dan per kohier gebeurde. Het bezwaarschrift moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen of aan het orgaan dat zij speciaal daarvoor aanwijst. Het wordt gedagtekend en ondertekend door de eiser of zijn vertegenwoordiger en vermeldt de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige alsmede het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten of middelen. Het college van burgemeester en schepenen of het personeelslid dat zij speciaal daarvoor aanwijst, bericht schriftelijk ontvangst binnen vijftien dagen na de verzending of de indiening van het bezwaarschrift. Indien de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in zijn bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.   De parkeerautomaten geven enkel recht tot parkeren gedurende de gekozen tijd. De betaling van de belasting geeft geen enkele aanleiding tot enig ander recht of tot bewaargeving. Het parkeren gebeurt op eigen risico.   Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24 december 1996, zijn de bepalingen van titel VII 5 (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie) 7tot10 (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.   De parkeerder kan geen bezwaar indienen wanneer hij niettegenstaande het betalen van het geldende parkeertarief, toch niet mag parkeren om een reden vreemd aan de wil van het bestuur, in geval van evacuatie van de voertuigen door politiebevel of door vooraf aangekondigde evenementen op desbetreffende plaatsen.  

Artikel 5:
De belasting is niet van toepassing voor personen die houder zijn van een gehandicaptenkaart mits het zichtbaar aanbrengen van de kaart op het voorste gedeelte van hun voertuig.  

Artikel 6:
Deze verordening wordt conform artikel 253 van het Gemeentedecreet aangetekend aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

Contactinformatie