Reglement: borgstelling voor infrastructuurwerken door verenigingen

Reglement tot vastlegging van de voorwaarden waaronder door de gemeente een borgstelling verleend kan worden voor infrastructuurwerken door verenigingen.

25/01/2016

De Gemeenteraad van de Stad Maaseik, Provincie Limburg, in vergadering overeenkomstig het gemeentedecreet;

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 42 § 3;

Gelet op de wet van 14 november 1983, betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Gelet op de noodzaak om in een reglement te bepalen onder welke voorwaarden de stad Maaseik zich borg kan stellen voor de terugbetaling van een lening voor infrastructuurwerken die op het grondgebied van de gemeente worden gerealiseerd door verenigingen.

Overwegende dat het gemeentebestuur verenigingen, die aangesloten zijn bij één van de erkende raden van de stad Maaseik, die van plan zijn om een duurzame infrastructuur te bouwen voor de uitoefening van hun activiteiten op het grondgebied van Maaseik wenst te steunen.

Aangezien verenigingen voor het bouwen, verbouwen of verwerven van een duurzame infrastructuur zonder deze borgstelling moeilijk of niet een lening kunnen bekomen en een borgstelling de voorwaarden waaronder een lening kan bekomen worden, ook positief beïnvloed;

Overwegende dat het gemeentebestuur een procedure en een aantal modaliteiten wil vastleggen die verenigingen die een borgstelling wensen, moeten volgen en tevens een aantal voorwaarden wil vastleggen waaraan aanvragers moeten voldoen;

Gelet op de principiële goedkeuring door het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 11/01/2016;

Besluit:

Artikel 1:

Goedkeuring te hechten aan het “Reglement tot vastlegging van de voorwaarden waaronder door de gemeente een borgstelling kan worden verleend voor infrastructuurwerken door verenigingen”

Artikel 1:

Een vereniging die van plan is om voor de uitoefening van zijn activiteiten een duurzame infrastructuur te verwerven, te (ver-)bouwen, te verbeteren, uit te breiden, te isoleren of om hernieuwbare energievoorzieningen te installeren en hiervoor een lening wenst af te sluiten, kan om een borgstelling vanwege het gemeentebestuur verzoeken.

De aanvraag tot het bekomen van een gemeentelijke borgstelling wordt schriftelijk ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 2:

Verenigingen die om een borgstelling vanwege het gemeentebestuur verzoeken dienen aan volgende voorwaarden te voldoen:

zij dienen rechtspersoonlijkheid als vzw te bezitten;Zij dienen aangesloten te zijn bij één van de erkende raden van de Stad Maaseik;de vereniging moet minstens 10 jaar actief zijn op het grondgebied van de gemeentede op te richten, te verbouwen of te verwerven infrastructuur dient gelegen te zijn op het grondgebied van de gemeente Maaseikde infrastructuur – indien het bijvoorbeeld gaat over een clubhuis of cafetaria - mag niet commercieel uitgebaat worden en geen concurrentie vormen voor de lokale horeca.

Artikel 3:

Bij nieuwbouw, verwerving of verbouwing moet respectievelijk zowel de infrastructuur voor dewelke de borgstelling wordt gevraagd als de grond waarop de infrastructuur (ver)gebouwd wordt, in naakte eigendom zijn van de aanvrager of de aanvrager moet over een recht van opstal of recht van erfpacht over de grond en eventueel de infrastructuur beschikken die nog respectievelijk minstens 50 jaar of bij verbouwing 35 jaar loopt.

Artikel 4:

De vereniging verbindt zich er toe de infrastructuur te realiseren in overeenstemming met het aan de gemeente voorgelegde plan. De vereniging dient in voorkomend geval voorafgaandelijk te beschikken over de nodige stedenbouwkundige en milieuvergunningen.

Artikel 5:

De vereniging verbindt zich er toe de infrastructuur als een goede huisvader te onderhouden en te beheren. Ze draagt zorg voor de continuïteit in de exploitatie. De verenigingen dienen een werking te hebben die zich minstens uitstrekt over de periode die nodig is om de aangegane lening af te lossen.

Artikel 6:

De vereniging verbindt zich er toe de infrastructuur voor de volle nieuwbouwwaarde te verzekeren tegen brand, schade aan naburen, stormschade, sneeuwdrukschade en andere gebruikelijke risico’s en dit bij een in België erkende verzekeringsmaatschappij.

Artikel 7:

Het is de vereniging niet toegelaten, zonder voorafgaand akkoord van het college van burgemeester en schepenen , de opgerichte infrastructuur af te breken en te verbouwen.

Artikel 8:

De vereniging verbindt zich er toe de afgevaardigden van de gemeente toe te laten de infrastructuur te bezoeken gedurende de ganse duur van de borgstelling.

Artikel 9:

Het college van burgemeester en schepenen wordt over elke betaling van een vervallen schijf van de lening geïnformeerd door de vereniging en ontvangt hiervoor de nodige bewijsstukken. Een eventuele overschrijding van de vervaldag wordt eveneens meegedeeld aan het college. Het college heeft het recht om één of meerdere afgevaardigden aan te stellen die kennis kunnen nemen van elk stuk dat betrekking heeft op de boekhouding van de vereniging.

Artikel 10:

De verenigingen dienen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen, het bewijs te leveren van een gezonde financiële en boekhoudkundige toestand. De aanvraag tot het bekomen van een gemeentelijke borgstelling bevat minstens volgende stukken:

  • de balans en de resultatenrekening van de vereniging van de laatste drie boekjaren en het budget van het boekjaar waarin de aanvraag tot het bekomen van de gemeentelijke borgstelling wordt gedaan;
  • een overzicht van de financiële verbintenissen op lange termijn;
  • een beslissing van het bevoegde orgaan van de vereniging waaruit blijkt dat de vereniging zich ertoe verbindt het project te realiseren;
  • een voorstelling van het project met een toelichting van de voordelen die het project biedt voor de inwoners van de gemeente.

Artikel 11:

Met betrekking tot het afsluiten van de lening dient aan volgende voorwaarden voldaan te zijn:

  • voorafgaandelijk aan het afsluiten van de lening dient een prijsvergelijking bij minstens drie financiële instellingen te gebeuren
  • de modaliteiten, zoals omschreven in het document, afgeleverd door de gekozen financiële instelling, dienen strikt gerespecteerd te worden

Artikel 12:

De gemeentelijke waarborg kan nooit meer bedragen dan 80 procent van de geplande investeringen.

Artikel 13:

Het gemeentebestuur heeft, ter beveiliging van haar belangen, de mogelijkheid om een hypothecaire volmacht te nemen op de onroerende goederen die de vereniging op het moment van het afsluiten van de borgstelling verworven heeft en eventueel zal verwerven.

Artikel 14:

Het College van burgemeester en schepenen beslist over de volledigheid van de aanvraag.

Artikel 15:

Het College van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de borgstellingen en de modaliteiten ervan. Na goedkeuring door het CBS worden de burgemeester en de stadssecretaris belast met de ondertekening van de akte.

Artikel 16:

Alle kosten die verband houden met de borgstelling, de aangegane lening en de te verlenen hypotheek zijn ten laste van de vereniging. De borgstelling wordt verleend na ondertekening van de akte.

Artikel 17:

Afschrift van dit besluit over te maken aan de financieel beheerder en de vereniging die de borgstelling aanvraagt.

 

Contactinformatie